Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [9]Matig te zijn, kuis te zijn, [10]het huis te bewaren, [11]goed te zijn, haar eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods [12]niet gelasterd worde. 9. Of, voorzichtig. 10. Dat is, niet ledig om te lopen bij de huizen, gelijk 1 Tim.5;13; maar bij huis te blijven. 11. Dat is, goedertieren en goedaardig. 12. Namelijk gelijk placht te geschieden door de vijanden der waarheid, die uit het kwade leven dergenen, die Gods woord aangenomen hebben, oorzaak nemen, om het woord zelf te lasteren, alsof dit het kwade leven zou voorstaan; Rom.2:24.